‘Wat ben je mooi’ zeg ik zacht tegen mijn spiegelbeeld. Ze kijkt me blij aan. ‘Eindelijk’ antwoordt ze verrast, ‘daar heb ik lang op gewacht.’ Ik kijk haar liefdevol aan. Mijn stem is vol spijt. ‘Dank je wel voor je geduld.’
Een compliment geven aan mezelf, en nog wel aan mijn uiterlijk, dat had ik tot voor kort inderdaad niet in huis. Mijn kritische blik was vooral afkeurend. Lelijk en dik, daar kwam het zo ongeveer op neer. En ook al zag ik vanuit mijn verstand heus wel dat er niet zoveel mis was aan mij, van binnen voelde dat heel anders.
Door laag voor laag te ontginnen in mezelf, begon ik te ontdekken waar deze zelfhaat vandaan kwam. Ik kwam bij een verlegen, stil en teruggetrokken meisje. Die geen idee had wie ze was. Maar zichzelf vooral vreemd voelde. Vreemd in zichzelf, vreemd in de wereld. Die ontzettend haar best deed niet op te vallen, door goed waar te nemen hoe het hoorde en zich daaraan aan te passen. Met succes. Een meisje dat niet echt opvalt, waar je eenvoudig overheen kijkt. Zo’n kind dat je gauw vergeet omdat het niet zoveel aandacht vraagt.
Dit meisje heeft op enig moment de moed om aan haar moeder te zeggen; “het valt me op dat er eigenlijk geen foto’s van haar in huis staan, waarom is dat?” En dan bij het antwoord, ‘je bent niet zo fotogeniek’, haar laatste restje zelfvertrouwen voelt wegvloeien, als een mistbankje dat ineens oplost. Ze neemt het antwoord dat misschien wel grappig bedoeld is als bloedserieus. En schaamt zich vervolgens doorlopend over zichzelf, haar lichaam, haar hele zijn. Dat vervolgens haar enorme best gaat doen om van alles te bereiken, wat ook lukt. Wat er aan de buitenkant soepel en rustig uit ziet, maar van binnen doorlopend als een oncontroleerbare storm voelt.
En zo kwam ik gaandeweg in dat meisje een heleboel pijn tegen. Pijn van verlatenheid, van afwijzing, van doodsangst, van misbruik, van ellende. Ik wist het echt niet dat ik zoveel pijn en verdriet in mij had. Zoveel ervaringen waarin ik hulpeloos was en me hopeloos verloren voelde. Wanhopig.
En, nu ik deze overweldigende ervaringen alsnog heb durven en kunnen aankijken, herkennen en erkennen, heb durven doorvoelen wat het effect daarvan was, ben ik bevrijd. Voel ik me steeds meer ontspannen en tevreden in en met mezelf. ‘En ik schaam me niet meer voor mezelf’ eindig ik tegen mijn spiegelbeeld. ‘Gelukkig’ zegt ze glimlachend terug. ‘Je zou gewoon trots op jezelf mogen zijn, met alles wat je hebt bereikt aan zelfbeeld, waardering en zelfvertrouwen. ‘